dinsdag 1 december 2009

Ramses Shaffy

Ramses Shaffy is vandaag overleden, het raakt me. Ramses heb ik meermaals mogen ontmoeten en we hebben samen gedanst, gewandeld en gelachen. Het was een bijzondere man, zoals hij ook antwoordde op de vraag waarom hij zong. “Uit dankbaarheid” was zijn antwoord. Ramses Shaffy zong zijn Pastorale met de woorden "Kometen manen en planeten" en zong zijn lied "Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder" met woorden zoals hij leefde. Een levenskunstenaar. Sammy kijkt omhoog en hij ziet Ramses. Ramses rust zacht.

zondag 17 mei 2009

In de voetsporen van Paulus en Petrus: een Romereis

Boeien ontbonden en ketenen verbroken: een post-paschale reis vanuit de Tiltenberg naar Rome van 17 t/m 22 april 2009

Op vrijdag 17 april onder het octaaf van Pasen arriveren we na zeer vroeg te zijn opgestaan ‘s ochtends vroeg al in Vaticaanstad in het huis van de Goede Herder ‘Casa Bonus Pastor’.
Die middag krijgen we een kleine stadstour om ‘thuis’ te komen in Rome. We zien naast de piazza Minerva de winkel van de familie Gammarelli, de pauselijke kleermaker van vele kazuifels en mijters.
Daarna bezoeken we allereerst de Kerk de Santa Maria sopra Minerva (Basiliek van de heilige maagd, gebouwd over de tempel van Minerva). De kerk werd oorspronkelijk in de 8e eeuw gebouwd door Griekse monniken over de resten van de een antiek bouwwerk waarvan men dacht dat dit de tempel van Minerva was. Deze kerk werd in de dertiende eeuw afgebroken. Paus Alexander IV (1254-1261) schonk de kerk en het klooster aan de bedelorde der Dominicanen, die er hun hoofdkwartier vestigden. Onder het hoofdaltaar ligt het lichaam van de heilige Catharina van Siena, haar hoofd bevindt zich echter in Siena, haar geboorteplaats. In de 14e eeuw was zij lid van de Mantellate, een Dominicaanse lekenorde. Ze stierf te Rome op 33-jarige leeftijd. Sinds 1999 is Catharina van Siena kerklerares en samen met de heilige Brigitta van Zweden en de Nederlandse Karmelietes Edith Stein patrones, beschermheilige van Europa.
Na de sopra Minerva bezoeken we het Pantheon, een oorspronkelijk door de Romeinen in 27 v. Chr. gebouwde tempel gewijd aan alle Goden (pan Theos). In 609 maakte paus Bonifatius IV hier een kerk van: de Santa Maria ad Martyres. Hiervoor gelden eigenlijk dezelfde woorden die Paulus sprak toen hij zich op de Aeropagus in Athene bevond: “Toen ik rondliep en uw heiligdommen bezichtigde, trof ik ook een altaar aan met het opschrift: Aan de onbekende god. Welnu, wat u zonder het te kennen vereert, dat kom ik u verkondigen”.
Die middag ontmoeten we de ons welbekende Blauwe zusters van het Mensgeworden Woord: zuster Anima Christi en zuster Maria ter Nood. Gezamenlijk vieren we onze eerste Eucharistie in het huis van de Nederlandse pelgrims in Rome, de ‘Kerk der Friezen’. Pater dr. G. Wilkens, die op Palmpasen zijn veertigste verjaardag van zijn priesterwijding heeft mogen beleven, is de hoofdcelebrant. Zoals met de Elfstedentocht iedereen ineens zichzelf als Fries beschouwd zo werden in de Middeleeuwen alle Noorderlingen als Friezen beschouwd. Officieel heet de kerk de Kerk van de HH. Michaël en Magnus. Bijzonder aan de Kerk is dat het niet alleen de Kerk van de Friezen is maar ook de Kerk van de in 1540 gestichte Aartsbroederschap van het H. Sacrament. Een broederschap bestaande uit priesters van de Sint Pieter gesticht met het doel de cultus, de vroomheid en de devotie tot het Heilig Sacrament van het Altaar, de Eucharistie, te helpen bevorderen, en wel met “alle ijver” die maar mogelijk was. ’s Avonds zullen we de eerste keer samen met de beide zusters genieten van de overvloedige Romeinse maaltijd met wijn en zoet toe die we gedurende ons hele verblijf tweemaal per dag geserveerd zullen krijgen. Na het avondeten krijgen we een grote verrassing als zuster Anima Christi in al haar eenvoud van hart en door contemplatie en gebed gezuiverde geest vertelt wat haar inspireert om zich in te zetten voor kinderen en tieners, gezinnen en de missie. Officieel heten de Blauwe Zusters de congregatie van 'Dienaressen van de Heer en de Maagd van Matará'. Dit is de vrouwelijke tak van de 'Religieuze Familie van het Mensgeworden Woord', een jonge congregatie, gesticht in 1984 door de Argentijnse priester Carlos Miguel Buela. Ook vertelt ze op ontwapenende wijze over het Kruis dat zij als zusters dragen, een oorspronkelijk in 1594 door een indiaan in hout uitgesneden Kruis, het Kruis van Matará. Het is aangetroffen in wat nu Argentinië heet.

De volgende dag, zaterdag gaan we allereerst naar de Santa Maria dell’Anima. De Santa Maria dell'Anima was de kerk van het Heilig Roomse Rijk te Rome en is nu de nationale kerk voor de Duitstaligen. De Santa Maria dell'Anima is een van de vele middeleeuwse stichtingen voor pelgrims in Rome. Dit pelgrimshospitaal is opgericht door Jan en Katrijn Peters uit Dordrecht in 1350 ter gelegenheid van het Jubeljaar. Hier zal de eerwaarde Antoine Bodar ons voorgaan in de Heilige Mis. Na de heilige Communie vertelt de eerwaarde Bodar over paus Adrianus VI (1459 – 1523), de in Utrecht geboren eerste niet Italiaanse paus, van wie het grafmonument zich in de kerk op het hoogaltaar bevindt. Paus Adrianus streefde in zijn tijd een hervorming van de clerus na en probeerde de Augustijner monnik Maarten Luther binnen de Kerk te houden en Adrianus streefde naar de blijvende eenheid van het Katholieke Europa ten opzichte van de zich ontwikkelende Islam. Opmerkelijk was de eerwaarde heer Bodar in zijn vergelijking van paus Adrianus met onze huidige paus Benedictus, zoals mag blijken uit de ‘Regensburger Rede’ waarin Benedictus spreekt over de relatie met de Islam, en de relatie van het Vaticaan met de Priesterbroederschap Sint Pius X om deze te behouden voor de Katholieke Kerk.
Na deze toespraak lopen we naar Piazza Navona waar we de Sant'Agnese in Agone hebben gezien. Vervolgens naar de San Pietro in Vincoli. De San Pietro in Vincoli (Sint Petrus' Banden of Sint Pieter in ketens) is een basiliek op de Esquilijn. Het is vooral bekend door het standbeeld van Mozes gemaakt door Michelangelo. Het beeldt Mozes uit na zijn terugkeer van de berg Sinaï met de tien geboden. De basiliek dankt haar bestaan aan de ketens die Herodes Agrippa I had gebruikt om de apostel Petrus te ketenen. Volgens de legende was Petrus op bevel van koning Herodes in Jeruzalem aan de ketting gelegd, toen er een engel verscheen die hem bevrijdde. Zo kwam de apostel Petrus naar Rome waar hij gekruisigd werd. Voor deze ketens (vincoli) die vanuit Jeruzalem naar Rome kwamen, werd de Kerk gesticht. We gaan lopend naar het Forum Romanum waar we onze gids voor de middag, frater Simon van De Geestelijke Familie ‘Het Werk’ zullen ontmoeten. Samen wandelen we via het uitgestrekte Forum Romanum; een teken van hoe het wereldse vergaat: Sic Transit Gloria Mundi, naar de Mamertijnse Kerker welke zich aan de rand van het Forum Romanum bevindt. Hier zou de apostel Petrus gevangen hebben gezeten. In het Tullianum, de cirkelvormige kerker onder de Carcer Mamertina is een klein altaar voor Petrus gebouwd. Op het altaar is het omgedraaide kruis van Petrus bevestigd. Ernaast staat de paal waar Petrus aan vast zou zijn gebonden. Na deze indrukwekkende bezienswaardigheden wandelen we naar het Divi Pauli Apostoli Hospitium et Schola. Dit Paulushuis zou de eerste verblijfplaats geweest zijn van de Zalige Apostel Paulus in Rome. Het is het huis waar Paulus gewoond en gewerkt zou hebben en waar hij ook de eerste gelovigen in huis ontvangen zou hebben om hen te onderrichten in het evangelie. Het wordt ook wel San Paolo alla Regola of San Paolo in Vinculo genoemd. In de kapel vindt een kleine viering plaats; er wordt voorgelezen uit de Handelingen der Apostelen en we bidden gemeenschappelijk bij het mozaïek van Paulus afgebeeld met ketens met daarnaast de twee inscripties: “Het woord Gods laat zich niet ketenen” en “Want het is vanwege de hoop van Israël dat ik deze boeien draag”. Hier was het mede dat Paulus zijn grootse visie op Jezus Christus verder gestalte kon geven en Paulus zich van zijn geestelijke boeien kon ontdoen en zijn geestelijke ketenen verbreken. Na de verstilling door deze gebedsdienst wandelen we naar de Tiber waar we op de bus stappen die ons naar het Huis van de Goede Herder brengt. Daar worden we wederom gefêteerd op een goede avondmaaltijd en wederom verrast want rector Peter Willi van De Geestelijke Familie ‘Het Werk’ zal ons verblijden met een voordracht die in eenvoud en zuiverheid gelijk de voordracht de avond ervoor ons allemaal raakt. De Familie leeft uit de oproep van Jezus “Volg Mij!”. Deze oproep van Jezus’ Liefde raakte eens de apostelen in hun hart en zo raakt zij ons tot op heden. Bereidwillig verlieten de Apostelen hun familie en beroep om met Jezus een nieuwe familie te vormen en in zijn dienst te staan. Gedurende 2000 jaar vernamen mensen deze roepstem. Ook De Geestelijke Familie heeft de uitnodigende stem van de Heer gehoord en volgt Hem in geloof, hoop en liefde in een godgewijd leven.

Beloken Pasen, de tweede zondag onder het octaaf van Pasen, gaan we naar Sint Paulus buiten de muren, de plaats waar zich het graf van de apostel Paulus bevindt. De Sint Paulus buiten de Muren (San Paolo fuori le Mura) is een basiliek. Ze werd in opdracht van keizer Constantijn als een kleine basiliek boven het graf van Paulus gebouwd. Zij werd ingewijd op 18 november 324, tegelijk met de eerste Sint-Pietersbasiliek. Door brand in 1823 is de oude basiliek praktisch geheel verwoest. Gelukkig zijn de apsis met zijn mozaïek en het graf van Paulus gespaard gebleven. Binnen in de kerk zijn uitsparingen voor ronde schilderingen van alle pausen, van Sint Petrus tot paus Benedictus XVI. De kerk behoort samen met de Sint Jan van Lateranen, de Sint Pieter en de Maria de Meerdere die we alle drie later deze week zullen bezoeken tot de vier grote basilieken van Rome. Alle vier bezitten een Heilige Deur die in een Heilig Jaar geopend wordt. Sint Paulus buiten de Muren staat onder de hoede van de Benedictijnen. Zij gaan traditiegetrouw voor in de Heilige Eucharistie, ook vandaag beleven we weer een zalige Mis. Door de Heilige Mis te vieren merk ik dat ik deze Kerk en ook alle andere kerken deze week echt ervaar en beleef als een levend geheel. Veel meer dan voorheen komt de kerk met zijn kunst zoals fresco’s en mozaïeken tot leven, veel meer dan toen ik als toerist met een boek in de hand deze kerken bezocht. Zo ervaar ik vandaag het prachtige eeuwenoude goudkleurig mozaïek in de apsis. Zij is gemaakt als een Biblia pauperum, een ‘Bijbel voor de armen’ en is bedoeld als een inleiding in het Godsmysterie door in dit geval de Christushymne het Gloria -in Excelsis Deo- te illustreren. Centraal staat de verrezen Christus Pantokrator gesecondeerd door Petrus en Paulus en Andreas en Lucas. Na Sint Paulus buiten de Muren gaan we onder de zegening van hemelwater naar de Abbazia Delle Tre Fontane, drie fonteinen, bronnen van gelukzaligheid. Dit is de plaats waar Paulus onthoofd zou zijn waarna zijn hoofd op drie plekken de grond zou hebben geraakt. Drie fonteinen ontsproten spontaan aan de grond precies waar het hoofd terechtgekomen was en naast die fonteinen werden drie kerken en een abdij gebouwd. Een grote poort uit de 8e eeuw komt uit op een groot plein waar de oudste van de drie kerken, de Ss. Vincenzo e Anastasio te vinden is. Deze poort bestaat uit drie bogen, waarvan de middelste van marmer is. Wanneer men door de poort heen is, ziet men de indeling van het kloostercomplex: op de voorgrond, de kerk van Ss. Vincenzo e Anastasio, terwijl aan de linkerkant de gebouwen die rondom het klooster staan. Aan de rechterkant bevindt zich de kerk van Santa Maria Scala Coeli uit de 12e eeuw en vanaf hier, na een kort en schaduwrijk laantje komt men bij de oudste van de drie kerken, de San Paolo alle Tre Fontane, door de Christenen in de 5e eeuw gebouwd op de plaats waar de apostel Paulus gemarteld en daarna onthoofd werd in 67 na Chr.
De eerste vestiging van het klooster gaat terug op de 7e eeuw met een gemeenschap Griekse monniken. Van 1140 tot 1868 is het klooster bewoond door Cisterciënzer monniken. Het klooster is volgens de strikte normen van de Orde gebouwd, een eenvoudige Abdij die zo indrukwekkend mooi was dat men de structuur tot op heden onveranderd heeft gelaten. In 1868 gaf paus Pius IX de Abdij aan de Trappistenbroeders, die, na de malaria in de streek verslagen te hebben, er een groot aantal eucalyptussen plantten, die gezien werden als een barrière tegen de verspreiding van de malaria, zodoende een beroemd en heilzaam bos creërend, geliefd doel van de uitstapjes van de Romeinen die hier kwamen zowel om van de stilte en de schoonheid van de plek te genieten, als van de specialiteiten van de broeders (chocolade en een van eucalyptus bladeren vervaardigde likeur). Het was een oude traditie onder de Romeinen om vroeg in de ochtend de Trappistenbroeders te bezoeken en er een rosetta (typisch brood uit Rome) gevuld met hete chocolade te nuttigen.
Na geïnspireerd terug gekeerd te zijn van de Mis en bezichtiging van de Kerken bezoeken enkelen van ons ’s middags de Santo Spirito in Sassia. Een goede keuze we hoeven maar de stroom bezoekers te volgen en we komen er. Het is vandaag de Zondag van de Goddelijke Barmhartigheid bij gelegenheid van de heiligverklaring van de Poolse zuster Maria Faustina Kowalski op 30 april 2000 (tevens de datum van de gedachtenis van Pius V) en het is vandaag gelijk de vierde verjaardag van de pauskeuze van Benedictus. Er zijn vandaag drie diensten in de Santo Spirito, waarvan één Mis gecelebreerd wordt door paus Benedictus. De drukte en devotie doen me denken aan mijn tijd in Polen; Kerken vol biddende mensen; wij gaan ook in gebed.
Aan het eind van de middag zijn we praktisch allemaal bij de Vesperviering in de Sint Pieter, een wonderlijk mooi meerstemmig gezongen Vespers door de Schola Cantorum en het kapittel van de San Pietro.

Maandag onder het octaaf van Pasen bezoeken we ’s ochtends de St. Jan van Lateranen. De Pauselijke Basiliek van Sint Jan van Lateranen (San Giovanni in Laterano) of voluit de Aartsbasiliek van de Allerheiligste Verlosser is een basiliek aan de Piazza del Laterano. Keizer Constantijn de Grote stichtte de basiliek, die werd ingewijd in 324. Het huidige gebouw dateert van 1589 maar omvat ook oudere gedeelten. Vroeger zetelde de paus bij deze basiliek maar deze functie is in de middeleeuwen overgenomen door de Sint Pieter. Sinds 1929 is de Sint Jan met het bijbehorende Lateraanse paleis, de voormalige residentie van de paus, in het bezit van de Heilige Stoel.
De Sint Jan heeft maar liefst drie functies: zij is de Kathedraal van Rome, het is de eigenlijke bisschopskerk (kathedraal) van het bisdom Rome en als zodanig belangrijker dan de Sint Pieter. Bovendien is zij de eerste openbare kerk ter wereld, gebouwd direct nadat keizer Constantijn het christendom toestond. Verder heeft zij voor ons een bijzondere betekenis. Als bisschopskerk van de paus als bisschop van Rome is zij formeel de hoofdkerk van de wereldkerk. Deze betekenis staat te lezen op de gevel van de kerk. Hierop staat te lezen: "Sacrosancta lateranensis ecclesia omnium urbis et orbis ecclesiarum mater et caput" (Allerheiligste kerk van Lateranen, moeder en hoofd van alle kerken van de stad en van de wereld). Het feest van de wijding van de basiliek op 9 november wordt dan ook in de gehele Katholieke Kerk gevierd. Als derde heeft zij de titel van basilica maior. Daarmee is de Sint Jan van Lateranen één van de vier pauselijke basilieken van Rome. In de Sint Jan mag ik de mis dienen en voel me vereerd naast de rector die als priester voorgaat en naast de mozaïeken cathedra is gezeten die zich in rechte lijn aan het eind van de hoofdingang in de apsis bevindt. De kerk is opgedragen aan Jezus Christus zelf. Tevens is zij toegewijd aan de beide heiligen die Johannes heten namelijk Johannes de Doper en Johannes de Evangelist. Na afloop van de heilige Mis brengen we een bezoek aan de Pauselijke Lateraanse Universiteit (Pontificia Università Lateranense), ook gekend als het Lateranum. Deze universiteit heeft vier faculteiten: Theologie, Filosofie, Burgerlijk recht en Canoniek recht. De universiteit begon haar bestaan in 1773 als opvolger van het Collegio Romano. Het college diende en dient allereerst voor de theologische vorming van priesters in het bisdom Rome. Onder paus Johannes XXIII werd de huidige benaming ingevoerd. De universiteit heeft illustere studenten gekend zoals Josemaría Escrivá, de heiligverklaarde Spaanse stichter van het Opus Dei en verschillende toekomstige pausen waaronder paus Johannes XXIII. We worden ontvangen door de decaan prof monseigneur Renzo Gerardi en later door de bisschop en rector magnificus monseigneur Salvatore Fisichella, die tevens hulpbisschop van Rome is. Bisschop Fisichella geeft een korte en krachtige toespraak over geloof en rede die wellicht de kernboodschap is van de universiteit waar wij als Sint Bonifatius instituut mee verbonden zijn. Bisschop Fisichella stelt dat wij het mysterie van het leven, geloof en rede kunnen begrijpen als ‘a trap of enlightenment’. Vraag is hoe rede en geloof verbonden kunnen worden op moderne wijze, aangepast aan de eisen van deze tijd. Bisschop Fisichella stelt dat er geen tegenstelling is tussen geloof en rede; met geloof hopen wij en door de rede begrijpen wij. Beiden, zowel geloof als rede onderzoeken de waarheid en proberen deze te begrijpen. Er is ook slechts één waarheid en geen twee of drie… of slechts een mogelijkheid dat er een waarheid zou zijn... Bisschop Fisichella roept ons op om met geloof en rede te getuigen van ons standpunt en om het levensmysterie te verhelderen. Hij vraagt van ons een intellectuele en volledige toewijding, om onze traditie te versterken en te cultiveren zodat we in staat zijn om antwoorden te geven op de vragen naar de zin van het bestaan en op de vragen en uitdagingen van vandaag de dag. Een inspirerende oproep van een charismatische persoonlijkheid!
Na het eten en de rust in het Huis van de Goede Herder gaan we lopend aan de binnenzijde van de Aureliaanse muur op weg naar de Sint Pieter waar we de grafrust van Petrus van heel dichtbij mogen ervaren. Het wordt voor velen een emotionele middag als wij als groep onder begeleiding van frater Simon diep onder het Vaticaan lopen. Onder paus Pius XII werd de originele tombe van Sint Petrus ontdekt en de necropolis opgegraven. Behalve Sint Peter’s tombe, die direct onder het pauselijke altaar ligt, zijn hier nog meer begraafplaatsen van heiligen uit de eerste drie eeuwen van onze jaartelling. De Heilige Petrus ligt begraven op wat door de archeologen die de opgravingen (scavi) uitvoerden, veld P, muur G wordt genoemd. Bijzonder is dat fysisch antropologisch onderzoek uitwijst dat de beenderen die gevonden zijn toebehoren aan een man van 60 tot 70 jaar uit de eerste eeuw na Christus die ook aan artrose leed. Via de dodenhuizen waar meerdere heiligen en vooraanstaande Romeinen hun plek hebben gevonden komen we bij begraafplaats van Petrus. Hier werd in de tweede eeuw een tropaion, een overwinningsmonument van ca. 110 cm hoog overheen geplaatst. Onder Constantijn de Grote kreeg deze trofee van Petrus met het heiligste stukje grond erom heen een permanente inrichting. Zo dicht bij Petrus zijn we in gebed gegaan, hierin voorgegaan door een korte meditatie van de eerwaarde Van Oploo die sprak over vrede en vergeving als een kern van het evangelie. In de Middeleeuwen werd de bovenkant van Constantijns Monument door paus Gregorius de Grote gebruikt als basis voor het altaar dat hij bouwde toen hij het priesterkoor van de Sint Pieter situeerde boven het niveau van de rest van de basiliek. Dit altaar werd ingebouwd door paus Callixtus II en later overbouwd door paus Clemens VIII die het pausaltaar in de huidige basiliek plaatste. Zo keken wij gezeten in de blauwe kapel boven het Petrusgraf door roosters naar boven, in de ‘crypte’ in de Sint Pieter. In een woord; indrukwekkend.

Dinsdag hebben we de Maria Maggiore bezocht, sinds 1929 is zij basilica major en voor ons de laatste te bezoeken majeure basiliek. De basiliek van Maria de Meerdere (Basilica di Santa Maria Maggiore) is gelegen op de heuvel Esquilijn. De kerk werd in 431 door paus Sixtus III gesticht ter herinnering aan het concilie van Efeze in hetzelfde jaar. De wijding aan Maria betekende de pauselijke goedkeuring van de besluiten van het concilie, waar men de positie van Maria als moeder van Christus bepaald had. In 431 was Efeze gekozen voor een Concilie over de vraag of Maria Theotokos (letterlijk Godbaarster of Moeder van God) was in spirituele dan wel in letterlijke betekenis. Eensgezind stelde men vast dat Maria de Godbarende vrouw was. Het Romeinse Betlehem als bijnaam van de Maria Maggiore dankt zijn naam aan de Betlehemcrypte waar de vereerde relikwie bewaard wordt waarvan gezegd wordt dat het de kribbe van Christus' geboorte is. Ignatius van Loyola zal hier op Kerstnacht 1538 zijn eerste Heilige Mis als priester opdragen, later zou hij de Jezuïetenorde oprichten. De traditie wil verder dat de icoon, geplaatst in de kapel van Sint Paulus, een door Lucas de Evangelist geschilderde icoon betreft. Dat het waarschijnlijk om een paneel uit de 1e eeuw gaat is volgens de Kerk bevestigd door C14-datering. Voor onze Oranjefans is het vermeldenswaardig dat op 29 april 1964 prinses Irene hier met Karel Hugo van Bourbon-Parma trouwde. De Maria Maggiore staat onder de hoede van de Dominicanen, ik zie tot mijn vreugde ook de Nederlandse pater Tiemen Brouwer die er biechtvader is. Toen de Dominicaan Michele Ghislieri in 1566 tot paus Pius V werd gekozen bleef hij zijn witte habijt van de Dominicanen dragen. Sindsdien is het de gewoonte gebleven dat de pausen zich in het wit kleden. In de Maria Maggiore vieren we een Heilige Mis met nog enkele gasten die zich bij ons voegen. Jammer dat we hier niet zijn op 5 augustus want dan wordt in de Maria Maggiore Maria ter Sneeuw gevierd waarbij onder het Gloria witte bloemblaadjes uit het plafond worden uitgestrooid over de kerkgangers. Na afloop is er nog een klein oponthoud voor de dienaren van de volgende Mis. Hierna wandelen we via Stazione Termini naar de Sancta Maria delgli Angeli, een basilica minor op een plaats waar eerst oude Romeinse badhuizen gevestigd waren. De Basilica di Santa Maria degli Angeli e dei Martiri (Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw van de Engelen en van de Martelaren) is een basilica minor in de voormalige thermen van Diocletianus. De basiliek is gewijd aan de heilige Maagd Maria van de Engelen en aan de martelaren, daarmee ook doelend op de 40.000 christelijke dwangarbeiders die de thermen bouwden. Het voormalig caldarium (heetwaterbad), tepidarium (warmwaterbad) en frigidarium (koudwaterbad) bieden de toerist of gelovige die nu op bezoek komt de nodige geestelijke verkoeling en rust.’s Middags is er een facultatief programma. Velen van ons hebben de Vaticaanse Musea bezocht, of de volkswijk Trastevere waar de prachtige en zeer oude Santa Maria staat, de Santa Croce, de Trevi Fontein of de Spaanse Trappen. Dit alles doe ik de volgende keer (weer). Bob, Marianne en ik maken een prachtige wandeltocht door Rome en we hebben onder meer de San Clemente bezocht. De basiliek San Clemente in Rome is een gebouwencomplex rond de twaalfde-eeuwse kerk gewijd aan paus Clemens I. Het is een archeologische bron voor wat betreft de Romeinse architectuur en de politieke en religieuze geschiedenis van het vroege christendom tot en met de Middeleeuwen. De San Clemente is een van de oudste christelijke kerken van Rome. Zo is de Middeleeuwse marmeren Schola nog in gebruik, hierop staat de prachtige met mozaïek ingelegde Paaskandelaar. Onder het straatniveau gaan resten van nog veel oudere gebouwen schuil. Zeven meter minder diep is een deel van een groot woonhuis gevonden. Er wordt aangenomen dat dit huis in de eerste eeuw, geruime tijd voor Constantijn de Grote in 313 n. Chr. de vrijheid van godsdienst invoerde, als schuilkerk dienst deed. Het huis was in het bezit van de Romeinse consul en martelaar Titus Flavius Clemens die zich als een van de eerste hooggeplaatste Romeinen tot het toen nog verboden christendom bekeerde.Aan de kerk is sinds 1667 een klooster van Ierse Dominicanen verbonden, welke de Kerk tot op heden onder hun hoede hebben. Naast de San Clemente (en de sopra Minerva en Maria Maggiore) staat in Rome nog de Santa Sabina onder de hoede van Dominicanen. De Santa Sabina is ook de kerk waar Dominicus tijdens zijn verblijf in Rome gewoond heeft, maar dit ook voor een volgend bezoek aan Rome.Na de San Clemente gaan we op weg naar de Chiesa di Gesù, waar in een kapel de urn met stoffelijke resten van de Heilige Ignatius van Loyola wordt bewaard, de stichter van de orde der Jezuïeten die aangrenzend aan de Kerk heeft gewoond. We lopen langs de grote Synagoge van Rome welke helaas gesloten is, Rome kent vanouds een grote Joodse bevolking. We steken de Ponte Fabricio uit 62 v. Chr. over en zijn op het Tibereiland (Isola Tiberina) het langwerpig eiland in de zuidelijke bocht van de Tiber. Het eiland is ongeveer 270 meter lang en ongeveer 67 meter breed. Het staat bekend als de locatie van de Tempel van Asclepius, de Griekse halfgod van de geneeskunde. Dit laatste blijkt uit twee ziekenhuizen. Tegenwoordig staat het moderne ziekenhuis Fatebenefratelli op het westelijke deel van het eiland. Daarnaast het bijna duizend jaar oude Ospedale Israelitico, waarvan de kliniek alleen per lift bereikbaar is. Het Joods Ziekenhuis is gelegen naast de omstreeks dezelfde tijd gebouwde San Bartolomeo all'Isola (Sint Bartolomeüs op het eiland), welke de relieken van de Apostel Bartolomeüs bevat. Als we de Ponte Cestio uit 46 n. Chr oversteken lopen we recht tegen de San Benedetto in Piscinula aan. Deze kerk bevat bouwfundamenten uit de eerste eeuwen na Christus. Van ca. 495 tot 500 verbleef de Heilige Benedictus hier in een cel tijdens zijn verblijf in Rome. Al eeuwen hiervoor was er een Kerk die nu wordt beheerd door de Herauten van het Evangelie, een groep enthousiaste jonge mannen en vrouwen, die in gescheiden huizen wonen. De Orde komt oorspronkelijk uit Brazilië en heeft vooral in Portugees- en Spaanstalige landen (Zuid-Amerika) zijn herauten gevonden. De herauten staan onder bescherming van -de liefde van- Maria de Moeder Gods, de –verering van de- Heilige Eucharistie en de –trouw aan de- paus. Opdracht van de Orde is het evangelie onder de bevolking te verkondigen. Zij zijn officieel erkend door paus Johannes Paulus II en hebben de orderegels van de Karmelieten en de Montfortanen aangenomen. Aan de voet van de hoge kademuren langs de oever van de Tiber met prachtig zicht op de bruggen waaronder de Engelenbrug lopen we huiswaarts.

Woensdag is de grote dag want vandaag gaan we op audiëntie bij paus Benedictus.
Al vroeg verzamelen we ons om lopend op pad te gaan langs te bewaking van Zwitserse garde en andere controleposten. De rector als monseigneur gekleed in zwarte toog met paars afgezet. De voorzienigheid werkt mee want het is prachtig weer. Op het podium gezeten zien we een schare aan kardinalen en hoogwaardigheidsbekleders waaronder kardinaal Antonelli, voormalig aartsbisschop van Florence en huidige president van de Pauselijke Raad voor het Gezin die een aantal bezoekers waaronder ondergetekende een hand geeft. Bijzonder was het hoofd van de Syro-Malankaars Katholieke Kerk te zien, de metropolitane aartsbisschop van Kerala Monseigneur Cyril Mar Baselios. De Syro-Malankaars Katholieke Kerk kent ca. 400.000 gelovigen, waarvan ca. 300.000 in de deelstaat Kerala in het zuiden van India en ca. 100.000 in diaspora in de Verenigde Staten. Ook zien we tussen de hoogwaardigheidsbekleders de abt territorialus van de Cisterciënzerabdij Wettingen-Mehrerau: Anselmus van der Linde (van Zuid-Afrikaanse afkomst). De paus en zijn woordvoerders verwelkomen iedereen van harte in zoveel talen als dat er mensen zijn. De audiëntie is indrukwekkend. Waar we deze week al over hadden gehoord bij de eerwaarde Bodar is nu op het Sint Pietersplein in levenden lijve te ervaren en te horen. De paus benadrukt dit nog eens; wij zijn een verenigd Europa. Hierop en over de hervorming van de clerus (vergelijk paus Adrianus!) gaat de paus in tijdens zijn catechese over middeleeuwse kerkelijke auteurs en vandaag over Ambrosius Autpertus (+ 784). Ambrosius Autpertus was abt en monnik in een tijd met sterke politieke spanningen, die ook uitwerkten op het leven binnen de kloosters. Daarvan vinden we in zijn werken regelmatig een bezorgde weerklank. Zo bericht hij bijvoorbeeld over het contrast tussen de schitterende uiterlijkheden van de kloosters en de duffe lauwheid van de monniken (deze kritiek gold ook zijn eigen abdij). Voor hen schreef hij een klein ascetisch traktaat Conflictus vitiorum et virtutum, ‘Conflict tussen ondeugden en deugden’. Daarmee wilde hij de monniken heel concreet onderrichten hoe men dag na dag het geestelijk gevecht tegemoet dient te treden. Op betekenisvolle wijze interpreteerde hij de uitspraak van Paulus: Allen die in Christus Jezus godvruchtig willen leven, zullen vervolgd worden (2 Tim. 3,12). Die sloeg niet meer alleen op de uiterlijke vervolging, maar ook daarop dat de christen zich in zijn innerlijk leven moet verweren tegen de kracht van het kwaad. In dit traktaat plaatst Autpertus tegenover de cupiditas (hebzucht) de contemptus mundi (minachting der wereld). Dit wordt een belangrijk figuur in de spiritualiteit van de monniken. Deze contemptus mundi is geen minachten van de schoonheid en goedheid van de schepping en van de Schepper, maar een minachten van de foute visie van de wereld, die ons wordt gepresenteerd en geïnsinueerd door de hebzucht. Zij doet ons denken, dat ‘hebben’ de hoogste waarde van ons leven in de wereld zou zijn. En zo vervalst en vernietigt de hebzucht de schepping van de wereld. Autpertus stelt dan vast, dat de hebzucht naar winst door rijken en machtigen in de samenleving van zijn tijd, ook in de zielen der monniken voor handen was. Daarom schrijft hij het De cupiditate (‘Over de hebzucht’), waarin hij met Paulus verkondigt dat van begin af aan de hebzucht wortel van alle kwaad is. Deze vaststelling is in het licht van de huidige wereldwijde economische crisis ook nu actueel. Deze crisis is voortgekomen uit de wortel van de hebzucht. Autpertus interesseert zich niet zo zeer voor de tweede komst van Christus aan het einde der tijden, maar veel meer voor de gevolgen voor de tegenwoordige Kerk van de eerste komst, de menswording in de schoot van de Maagd Maria. En hij zegt ons iets belangrijks: in werkelijkheid “moet Christus in ons, die zijn Lichaam zijn, dag na dag geboren worden, sterven en verrijzen”. In deze mystieke dimensie, die iedere christen omgeeft, ziet hij Maria als voorbeeld van de Kerk, als voorbeeld voor ons allen, omdat Christus in ons en ook onder ons geboren moet worden.
De catechese sluit aan bij wat we eerder deze week gehoord hebben over de hervorming en volgt Paulus. Aan het eind van de audiëntie zegent de paus ons en onze rozenkransen en kruisjes die een aantal van ons hebben gekocht voor de thuisblijvers als blijvend aandenken. Hierna lopen we via de Via della Conciliazione naar het hoofdkantoor van de Pauselijke Raad Cor Unum, de organisatie die zich bezighoudt met de ontwikkelingssamenwerking en de benodigde financiën hiervoor. Jaarlijks wordt er ca. acht miljoen US dollar gedoneerd. Cor Unum met ca. acht medewerkers zorgt ervoor dat de Heilige Stoel overal gezien en gehoord wordt. Zo is er bij de aardbeving in China het bedrag van € 100.000, - geschonken. Geen groot bedrag voor een dergelijke grote ramp maar de Chinese overheid was aangenaam verrast door de aandacht voor het eigen land. Het gaat dus niet alleen om het feitelijke geld maar om het tonen van begrip en door kleine giften aandacht geven aan de getroffenen ter plekke. Na deze korte toespraak komt langzaam het einde in zicht en lopen we voldaan en terug naar het hotel. We eten een gezamenlijke laatste lunch en die middag zullen de meesten dicht bij het hotel blijven om aan het eind van de middag richting vliegveld te vertrekken. Eenmaal op vliegveld Leonardo da Vinci is Holland niet ver meer…
Het was in twee woorden: onvergetelijk mooi!
Mijn complimenten aan allen die hieraan hebben bijgedragen, niet in het minst Ben, Caroline, Paul, natuurlijk de rector die alle dagen in het ochtend- en middaggebed is voorgegaan en alle Missen heeft (mee)gecelebreerd maar bovenal Marieke die als een geboren reisleidster de vele schaapjes onder haar hoede heeft genomen en goed uit en thuis heeft gebracht.

Wat valt er nog meer over Rome, deze wereldstad te zeggen, met zijn piramide van Celsius en vele obelisken dan dat er meer dan 350 parochies zijn, er 9.000 priesters wonen, 1.500 orden en congregaties er hun verblijfplaats hebben en dat er meer dan 20.000 zusters wonen, nog buiten alle zusters en priesters die er tijdelijk op bezoek zijn en buiten de heerlijke cappuccino’s en Italiaanse maaltijden.

Roma ibi amoR was het motto van de reis. Maar er zijn er meer palindromen over Rome. Om te eindigen met een die van toepassing is op onze reis:
Roma ibi tibi sedes - ibi tibi amoR (Rome, daar is een Zetel voor je, daar is liefde voor je).

29 april Feest van de Heilige Catharina van Siena

Voor wie meer wil lezen:
http://www.blauwezusters.nl/
http://www.hetwerk-fso.org/nederlands/index.php
http://www.friezenkerk.nl/friezenkerk/index.php
http://www.basilicaminerva.it/
http://www.romecity.it/Sanpietroinvincoli.htm
http://cms.pul.it/index
http://www.katholieknieuwsblad.nl/wopa/wopa.php?id=148
http://www.divinamisericordia.it/
http://www.heralds.ca/
http://www.heralds.us/

Dodenherdenking 4 mei 2009

Tijdens de Eucharistieviering op 4 mei vanwege het veertigjarig priesterschap van de eerwaarde pater Wilkens S.J. sprak de eerwaarde tijdens de homilie dat er lang geleden al een mens voor onze bevrijding gevallen is. Het gaf me troost te realiseren dat naast de doden die wij die dag herdachten, wij dagelijks Christus gedenken die gestorven is voor onze zonden.

vrijdag 20 maart 2009

De Naam

De Naam Tijdens een receptie bij gelegenheid van de overdracht van de functie van Hoofdkrijgsmachtaalmoezenier kwam ik in gesprek met de vlootrabbijn en een humanistisch raadsman. De humanistisch raadsman was verontwaardigd vanwege een zinsnede uit Psalm 14: De dwazen beweren: er is geen God! Daarop raakten we in gesprek over De Naam; wie of wat is God? Mijn antwoord was met verwijzing naar de rabbijn: spreek De Naam niet uit, laat ook een voorstelling ervan los en heb ontzag voor de Schepper en Schepping. Daar wilde de humanist niet van weten. Hij was boos. De rabbijn vroeg: gelooft u dan niet in een hogere morele macht? Het antwoord was: ik geloof in de mens die zelfstandig kan denken. Daarop ontspon zich een discussie over mens en zelfstandigheid en over het wonder van de schepping en de evolutieleer. Verwijzend naar Paus Johannes Paulus II die de mens fenomenologisch aanschouwde en zich daarbij keerde tegen de in zijn ogen beperkte natuurwetenschappelijke visie op de mens probeerde ik dat de mens en het leven uit meer ontstaan zijn dan alleen aminozuren, heliumgas en zuurstof. De werkelijkheid kan eenvoudigweg niet tot (deeldomeinen van) natuurwetenschap gereduceerd worden. Wij ontstijgen de fysica en noemen dat ook terecht metafysica. Laten we daarom De Naam uit eerbied en ontzag en uit Zijn meelevendheid en meegaandheid niet meer noemen. Zijn alomvattendheid omvat meer dan de onuitsprekelijke vierletterige naam; het tetragrammaton ineffabile. Hij die met ons is, Hij die zal zijn, de God van Abraham, Isaac en Jacob staat gelijk aan de Kosmos, de Schepping en gaat eraan vooraf en eraan voorbij, het is metafysisch en het is meer dan energie en licht om natuurwetenschappelijk te blijven. Want ook natuurwetenschappers weten soms niet of zij de materie of energie in de vorm van licht en geluid als deeltjes of golven voor moeten stellen. Laten we daarom De Naam eerbiedigen en niet meer noemen, dan kan ieder zijn of haar invulling aan De Naam geven, ook een humanistisch raadsman. Vermeldenswaardig is het dat De Naam in oude drukken ook altijd typografisch bijzonder vormgegeven wordt: in Griekstalige Bijbels werd De Naam gedrukt in afwijkend Hebreeuws kwadraatschrift; in oude Nederlandse Bijbels werd De Naam vaak gedrukt in afwijkend fractuurschrift, het Gotisch schrift. Ouderwets misschien, maar wel heel mooi.

vrijdag 13 maart 2009

Onze Vader

Het Onzevader Onderstaand opstel gaat over het Onzevader, het gebed dat Jezus ons in zijn eigen woorden overgeleverd heeft. Het is een voordracht die is gehouden op een Jezus discussieavond en is gebaseerd op het boek van Joseph Ratzinger Benedictus XVI. Jezus van Nazareth. Deel I Van de doop in de Jordaan tot de Gedaanteverandering. Tielt 2007 ca. € 29.50. Het Onzevader komt tweemaal voor in het evangelie, bij Lucas en Matteüs Bij Lucas treffen we een verkorte versie aan. Lucas leidt het Onze Vader in met de tocht van Jezus naar Jeruzalem. “Eens was Hij ergens gaan bidden. Toen Hij opgehouden was, vroeg één van zijn leerlingen Hem: Heer, leer ons bidden”. Bij Matteüs de versie zoals wij – ook in de eucharistie- gewend zijn te bidden. Matteüs leert ons allereerst wat bidden niet is. Matteüs bedoelt hier het uiterlijk vertoon waarmee soms het bidden gepaard gaat. Wijzelf kunnen denken aan bidden zonder dat de woorden tot je doordringen. Matteüs schrijft dat het gebed is als een liefdesverhouding waarin discretie nodig is. Discretie sluit echter niet uit dat we samen kunnen bidden. Het Onzevader is zelfs een gebed dat we samen moeten bidden. In het gebed moeten het innerlijke van iedere mens en het gezamenlijke elkaar doordringen. We zullen het zien bij de uitleg van het Onze Vader. Benedictus, de patroon van Europa en kerkvader schrijft: “Onze geest moet zich bij de klank van onze stem voegen”. (Mens nostra concordet voci nostrae) Zo laten we ons leiden door Onze Vader. Zoals Jezus deze woorden ingegeven heeft gekregen zo bidden wij het gebed van onze voorvaderen en voorouders. En zo worden we meer één met Hem, zoals Jezus aanlag bij de Heer, kunnen wij ons toevertrouwen aan deze woorden en neerliggen met Christus. Matteüs legt het gebed in zeven duidelijk onderscheiden beden vast. Ratzinger kijkt dan vanuit welke structuur Matteüs het gebed heeft overgeleverd. Drie van de beden richten zich op een “U”, vier van de beden vertrekken vanuit “wij”. In de drie eerste beden staat God centraal. De vier volgende beden spreken over de verwachting van de mens. De indeling van de beden is te vergelijken met de twee tafels van de tien geboden, die in feite hun oorsprong vinden in de twee hoofdgeboden. In het Onzevader wordt eerst het primaat van God neergezet, waaruit de zorg om de juiste mens te zijn volgt. Allereerst, net zoals bij de tien geboden, gaat het om de weg van de liefde, tevens de weg van bekering. In Matteüs 22:36-39 vat Jezus de Tien Geboden samen: "Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. " Jezelf los laten en openstellen voor God, is het begin. We moeten allereerst zorgen dat we met God in de juiste verhouding staan. Vandaar dat het Onzevader met God begint en ons verder naar de mens leidt. In het gebed dalen we af naar het kwade dat de mens bedreigd, die de mens wil doen afwijken van de tien geboden en van de weg van Jezus. Pater Kolvenbach, de Nederlander die lange tijd de overste van de Jezuïeten is geweest schrijft over een starets in de Kerk van het Oosten die het Onzevader wilde beginnen bij de laatste woorden “maar verlos ons van het kwade”, zodat men via de weg van Pasen, de woestijn met zijn bekoringen, Egypte en de uittocht, de vergeving en het manna “geef ons heden ons dagelijks brood” eindigt in het Gods land, eindigt met de beginwoorden Onzevader. In het Onzevader bidden wij met Christus door de Heilige Geest tot de Vader. Zo bidden wij: Onze Vader die in de hemelen zijt In de eerste twee woorden van het gebed des Heren mogen wij via de Zoon, God ontmoeten als Onze Vader. Christus heeft ons Zijn Vader doen kennen opdat wij weer kinderen van God genoemd zouden kunnen worden. Het woord Vader brengt troost en geborgenheid. Tegenwoordig, in een tijd van bijvoorbeeld echtscheidingen en spanningen binnen het gezin, voelen veel kinderen niets meer bij het woord vader, omdat hun vader in hun ogen heeft gefaald. In Jezus leren we pas wat het woord Vader werkelijk inhoudt, Degene van wie alle goeds komt en Degene waar wij ons aan mogen spiegelen. Een barmhartige Vader, die ieder keer weer vergeeft. Wij hebben het over de Vader, maar de moeder dan? Wat Ratzinger hier schrijft is bijzonder. Ratzinger vraagt zich hier af: “Is God ook niet moeder? “Zoals een moeder haar kind troost, zo zal Ik u troosten”. De Bijbel vergelijkt de liefde van God met de liefde van een moeder. In het Hebreeuwse woord “rahamim” (dat eigenlijk baarmoeder betekent) wordt het geheim van Gods moederlijke liefde zichtbaar. Het duidt Gods mededogen aan, je geborgen weten in Gods barmhartigheid, zoals in de schoot van de moeder. Maar in de hele heilige Schrift wordt God nooit moeder genoemd, waarom is dit? God is noch man, noch vrouw, God is de schepper van de man en de vrouw. Het volk Israel en de Kerk van het Nieuwe Testament waren omgeven door godsdiensten die moedergodinnen kenden die een God-mens relatie lieten zien die tegengesteld is aan het Godsbeeld uit de Bijbel. Het ging bijna altijd om pantheïstische opvattingen waarin het verschil tussen Schepper en schepsel verdwijnt en er een onderlinge verwevenheid bestaat tussen Schepper en schepsel. Het beeld van de vader drukt echter uit dat de Schepper iemand anders is dan het schepsel. Het schepsel is autonoom en in vrijheid geboren en maakt zijn keuzes. God, Vader of Moeder? De Bijbel schrijft hierin voor; moeder is geen aanspreektitel voor God. We volgen Jezus en doen wat Hij ons heeft voorgedaan. In het hoogpriesterlijk gebed zegt Jezus tot de Vader: “Al het mijne is het uwe”. Het woord “Vader” nodigt ons uit om vanuit dat bewustzijn te leven, we hoeven ons niet vrij te vechten of onze losprijs zelf te betalen. Uw naam worde geheiligd De naam van God is heilig en men zal deze naam, zoals in het tweede gebod staat, niet zonder eerbied gebruiken. De paus stelt de vraag: “ Wat is dat: de naam van God”? De paus haalt het voorbeeld van Mozes aan die uit naam van God het volk uit Egypte moest bevrijden. Er waren in die tijd echter vele goden en Mozes vraagt naar de naam van deze God waarmee hij zich onderscheid van de andere goden. De God die Mozes roept onderscheid zich omdat deze God werkelijk God is, de Enige, de Ware. Daarom kan Hij niet een naam hebben als al de andere. Gods antwoord is daarom een weigering en een toezegging: “Ik ben die is”. Zo wordt de betekenis duidelijk van “Uw naam worde geheiligd”. Gods naam kan echter ook misbruikt worden en daarmee wordt God zelf bezoedeld. Wanneer we Gods naam voor ons eigen karretje spannen misvormen we het beeld van God. Een naam brengt iets of iemand ook onder ons bereik en is daarmee manipuleerbaar. Maar dat is niet de bedoeling. Wat we kunnen doen is tot Hem bidden dat Hij in deze wereld het licht van Zijn naam nooit zal doen doven. Uw Rijk kome “Zoek eerst het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan krijg je alles erbij”. Waar God niet is kan niets goeds zijn, waar God genegeerd wordt raken de mensen in verval. In een mensenleven heeft zoeken naar het Rijk Gods prioriteit. Het is echter geen belofte voor een Luilekkerland voor degene die vroom is of verlangend. Het Rijk Gods betekent dat wat God wil, maatstaf is voor rechtvaardigheid. Waar God is kan niets dan goed zijn. Dit roept ons het gebed van Salomo in herinnering dat hij na zijn troonsaanvaarding uitsprak. God vraagt hem in een droom welke wens hij voor Salomo in vervulling zou kunnen laten gaan. Wat vraagt Salomo? “Geef uw dienaar een opmerkzame geest om recht te kunnen spreken voor uw volk en onderscheid te kunnen maken tussen goed en kwaad”(1 Kon 3,9). Hij vraagt geen rijkdom, macht, een lang leven of de dood voor zijn vijanden, maar hij vraagt om een opmerkzame geest en daarom prijst God hem. God geeft het hem en daarom krijgt Salomo ook al het andere erbij. Wanneer Jezus ons leert bidden: “Uw Rijk kome” dan bedoelt Hij bidden zoals Salomo en van hieruit prioriteiten stellen in ons handelen. De opmerkzame geest is hierbij het belangrijkste, daarvoor moeten ook wij blijven bidden. Gods naam kan echter ook misbruikt worden en daarmee wordt God zelf bezoedeld. Wanneer we Gods naam voor ons eigen karretje spannen misvormen we het beeld van God. Een naam brengt iets of iemand ook onder ons bereik en is daarmee manipuleerbaar. Martin Buber heeft eens gezegd dat er zoveel misbruik van Gods naam gemaakt is, dat ons bijna de moed zou ontgaan om God nog te noemen. De paus stelt dat wanneer wij Hem echt zouden gaan verzwijgen er verraad gepleegd wordt aan de liefde waarmee Hij naar ons toekomt. Buber zegt dat wij in eerbied Zijn vertrapte naam uit de modder moeten oppakken en proberen eerherstel te brengen. Wat we kunnen doen is tot Hem bidden dat Hij in deze wereld het licht van Zijn naam nooit zal doen doven. Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel Twee dingen vallen hier op, schrijft de paus; God wil iets met ons, en voor ons dat maatgevend moet worden voor wat wij zelf willen, en willen zijn, en in de “hemel” gebeurt Gods wil onvoorwaardelijk. De paus stelt de vraag: “Maar wat is Gods wil? Hoe kennen we die? Hoe doen we Gods wil?” Volgens de Heilige Schriften weet de mens diep van binnen wat Gods wil is, we noemen dit “geweten”. We weten ook dat dit geweten door de geschiedenis heen vaak overdekt en op de achtergrond is geraakt. Daarom heeft God door de geschiedenis heen telkens opnieuw tot ons gesproken met woorden die van buiten op ons afkomen om ons innerlijk weten op te frissen. Centraal bij dit opfrissen staan de tien geboden die door de Bergrede nog helderder zijn geworden. In de tien geboden kunnen wij zien wie God is. Wat God wil komt voort uit wie Hij is. Daarom bidden wij dat het op aarde wordt zoals in de Hemel, dat de aarde ‘hemel’ wordt. Geef ons heden ons dagelijks brood “Maak je niet bezorgd over wat je zult eten of drinken om in leven te blijven”. Ondanks dat de Heer onze materiële behoeften kent vraagt Hij ons om “het enige noodzakelijke” voorrang te geven. De heilige Cyprianus wijst erop dat net zoals bij het woordje “Onze” in de bede van het Onzevader er ook hier sprake is van “ons” brood. Zoals in gezinnen vaak gezegd wordt ‘onze Jan en onze Marie’. Het brood, de gezinsleden, zij worden vanzelfsprekend ervaren als “van ons”. De leerlingen waren samen, zij waren een gezelschap, vergelijk het Engelse woord company afgeleid van de woorden ‘cum panis’ dat betekent: met brood. Zij waren met elkaar en vertrouwden op de Heer. We bidden samen met de leerlingen, samen met de kinderen Gods, niet alleen om brood voor onszelf, maar ook om brood voor anderen. We worden aangespoord om brood met elkaar te delen. De kerkvaders zien in deze bede een gebed om de Eucharistie, waarin Hij zich daadwerkelijk in onze handen legt en zich op onze tong vleit. Vandaar ook dat het Onzevader een vaste plaats heeft in het Eucharistisch gebed. “De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat uit de mond van God komt” (Mt 4,4). Dit stimuleert de mens om vandaag al te leven vanuit morgen, vanuit Zijn liefde en zorg voor ieder mens. En vergeef ons onze schuld, zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven Uit de vijfde bede mogen wij lezen dat wij in een wereld leven waarin schuld te vinden is. Schuld van mens tot mens, maar ook schuld tot God. Waar er tussen mensen schuld is, en mensen zich schuldig voelen komt de waarheid en de liefde, God zelf, in gedrang. Bij schuld denkt men al te vaak ook aan vergelding. Door vergelding ontstaat een schuldketen die alsmaar groter wordt. De woorden van Jezus zijn duidelijk; schuld kan alleen maar overwonnen worden door vergeving. Dit geldt voor de mensen onderling, maar meer nog voor God, die zielsveel van zijn mensen houdt. De vergeving van God kan alleen in die mensen geschieden die ook elkaar kunnen vergeven. Vergeving is de rode draad door het Evangelie, maar we kunnen God pas werkelijk ontmoeten wanneer we de ander kunnen vergeven. Omdat wij zelf hiervoor kracht te kort komen mogen we samen met Hem de strijd aan gaan. Dat is voor de mens een grote troost die ons krachtig maakt. En leid ons niet in bekoring Leid God de mens dan in bekoring? Het is een veelgestelde vraag. “Toen werd Jezus door de Geest naar de woestijn gebracht om door de duivel op de proef gesteld te worden”. Hier mogen we het antwoord vinden op de eerder gestelde vraag; de beproeving komt van de duivel. Jezus bied als Messias weerstand tegen de bekoringen van de duivel die de mensheid bij God weghaalt, toen en nu. Jezus maakt de bekoring tot het einde aan toe, tot het kruis, mee om voor de mensen de weg naar de verlossing te openen. Jezus daalt af in de wereld waar de mensen beproefd en verslagen worden, Hij neemt ons bij de hand om ons naar boven te voeren. Omdat Jezus zelf de proef van het lijden heeft doorstaan is Hij in staat allen te helpen die beproefd worden. Het boek Job helpt ook onderscheid te maken tussen beproeving en bekoring. Beproeving maakt dat de mens kan rijpen om totaal één met God te kunnen worden. De mens heeft zuivering en verandering nodig waarbij risico’s op de loer liggen om om te komen, maar die onvermijdelijk zijn om bij zichzelf en bij God uit te komen. Liefde is een proces van zuivering. De mens heeft beproevingen nodig om gezuiverd te worden. Zo staat er geschreven bij Paulus in de eerste brief aan de Korintiërs: “U hebt nog geen enkele beproeving doorstaan die de menselijke maat overschrijdt. God is getrouw: Hij zal niet toelaten dat u boven uw krachten beproefd wordt. Mét de beproeving bepaalt Hij ook de uitkomst, zodat u haar kunt doorstaan.” 1 Kor 10,13. Maar verlos ons van het kwade Deze bede geeft een positieve wending aan de voorlaatste bede. We wenden ons hoopvol tot de Vader, de kern van ons geloof. We bidden om verlossing, redding. Maar waarvan dan? Johannes schrijft over de draak, symbool van de overheersende Romeinse staat. Deze vormde een grote bedreiging voor de christenen. De macht van de keizer werd verheven tot almacht, een vormgeving van het kwaad die gepaard ging met zedelijk verval. De christen roept tot de Heer als enige Redder van het kwaad: “verlos ons, bevrijd ons van de Boze”. In onze tijd is er de macht van de markt, de wapenhandel, mensenhandel en de handel in verdovende middelen. Ze sleuren de mensen mee de diepte en de duisternis in. Onze tijd is een tijd van de ideologie van het succes, van het leven dat zegt: denk niet over God na, God is fantasie, leef in het hier en nu, haal er voor jezelf uit wat er in zit, je leeft maar één keer en daarna houdt alles op. Het gebed des Heren, en dan vooral de laatste bede, zegt ons dat wanneer wij God verliezen we ook onszelf verliezen. Wanneer wij echter bidden om verlossing uit het kwaad, dan keren wij in wezen terug naar de eerste drie beden van het Onzevader waarin wij vragen dat het Rijk Gods kome, dat Zijn wil geschiede zodat Zijn Naam geheiligd wordt. De woorden van dit laatste gebed wijzen ook naar onszelf, onze medewerking wordt gevraagd om het kwaad te breken zodat wij als leerling van Christus een zuiver zicht houden op God die het leven wil, God die zelf het leven is. Amen

maandag 9 maart 2009

Vasten

Met het begin van de vastentijd op Aswoensdag waarop ieder het askruis ontvangt ben ik voor de tweede keer gaan vasten in mijn leven. De eerste keer vasten viel niet mee, ontstaan uit een behoefte om lichamelijk zuiver te worden was het mijn lichaam dat ik probeerde uit te hongeren, als het ware probeerde te versterven. Wat ik ervan onthouden heb is dat ik zeeën van tijd overhield, uren die dagelijks aan inkoop, voorbereiding en verorbering van voedsel opgingen.
Dit jaar was anders, er brak nu er een tijd van bezinning, boetvaardigheid en bekering aan. Nadat ik de as op mijn hoofd gestrooid kreeg waarbij de priester zei: 'Gedenk, mens, dat je stof bent en tot stof zult wederkeren' brak voor mij de vasten aan. De as was het overblijfsel van verbrande 'palmtakken' (buxustakken), die vorig jaar gebruikt werden voor de viering van Palmpasen op Palmzondag. Met Palmpasen waren de takken een teken van overwinning en zegepraal; nu verbeeldde hun as juist vernedering en rouw. Door wat er gezegd werd en door de bestrooiing met as is het een herdenken van het voorbije jaar en het vergankelijke van ons leven, en tegelijkertijd een voorbereiding op Goede Vrijdag en een nieuw Pasen. As is ook door het vuur gezuiverd: een beeld voor de zuivering van onze zonden die Christus door zijn dood heeft bewerkstelligd.
Zoals gezegd en gedaan, als vrij consequente en matige eter was ik gewend aan twee keer twee bruine boterhammen per dag met een flinke warme maaltijd, smulpaap (!) die ik ben. Nu besloot ik de maaltijden te halveren. Na enkele dagen kreeg ik lichte hoofdpijn die ook vrij vlot weer wegtrok. Wat mij verbaasde dat ik verder amper iets merkte, af en toe een licht gevoel van trek in iets hebben, maar honger, nee.
Zei Jezus immers al niet: “Kom allen naar Mij toe die afgemat en belast zijn, en Ik zal u rust geven. Neem mijn juk op en kom bij Mij in de leer, omdat Ik zachtmoedig ben en eenvoudig van hart, en u zult rust vinden voor uw ziel. Want mijn juk is zacht en mijn last is licht.” (Mt 11, 28-30)
Als ik nu eet realiseer ik mij dat anderen nog minder hebben, ik voel me verbonden met hen die weinig tot praktisch niets hebben, terwijl wij er dus niets voor hoeven te laten staan. Kloostergeloften worden mij ook helderder: armoede is niets anders dan jezelf te onthechten van gewoonten alles te willen bezitten en eigen te maken, al moet de buit of prooi door de mond. Gehoorzaamheid is de wil van Hem te doen, dat we in deze Vastentijd Hem volgen die zichzelf ook ontzag. Kuisheid dat we ons minder hechten aan relaties om ons heen of enkele mensen in het bijzonder. De tijd die ik overhoudt besteed ik aan gebed en bezinning en na de lange winter ook eens wandelen in de natuur.
Wonderbaarlijk zo je maaltijden te kunnen halveren, mijn conditie is praktisch hetzelfde gebleven en ik lijk nog er nog leniger op geworden ook.